Friday, January 28, 2011

Debussy's Danses

video courtesy of Mark Wixom

Friday, March 26, 2010

Having your cake and eating it too (NL)

Ik houd erg van spreekwoorden. Als je het grootste deel van de tijd een taal spreekt die niet je moedertaal is levert dit een probleem op: spreekwoorden hebben alleen een onderliggende betekenis. Zelfs als je ieder woord begrijpt, blijft de werkelijke betekenis vaak verborgen.

Over een spreekwoord in het bijzonder breek ik me al jaren het hoofd: 'having your cake and eating it too'. Mensen gebruiken het erg vaak, meestal om duidelijk te maken dat je twee bepaalde dingen niet allebei kunt hebben. Maar het aantal mensen dat het gebruikt is een stuk groter dan het aantal mensen dat het uit kan leggen, heb ik gemerkt.

Wanneer ik mensen om een verklaring vroeg kwamen ze meestal niet verder dan 'Nou, je weet wel, je kunt geen cake hebben en het ook eten'. Waar mijn reactie meestal op was: 'Waarom zou je cake willen hebben behalve om het te eten?!' Ik had inmiddels mijn eigen verklaring bedacht, gebaseerd op het Nederlandse spreekwoord dat je moet 'kiezen of delen'. Dit is altijd aan mij uitgelegd op basis van cake: om een eerlijke verdeling to garanderen mag een persoon de cake in stukjes snijden en een andere persoon als eerste een stukje kiezen. Having your cake and eating it too moet net zoiets zijn als willen kiezen en delen, dacht ik.

Maar een paar weken geleden loste mijn voormalige huisgenoot dit probleem voor me op: "Je moet er tegen aan kijken als een logisch probleem. Als je je cake hebt gegeten, dan heb je hem niet meer, dus je kunt niet je cake eten en hem nog steeds hebben." Waarop mijn reactie: "THANK YOU!"

PS: Sorry voor de Nederlandse lezers die net per ongeluk de Engelse versie van dit stukje in hun inbox kregen, een vergissing van mijn kant.

Having your cake and eating it too

I'm very fond of hearing and using proverbs. Obviously, when you spend most of your time speaking a language that is not your mother tongue, proverbs present a problem: they don't really make sense. Even if you understand every single word, what they mean often remains a mystery.

One proverb in particular, that has plagued me for years is: 'having your cake and eating it too'. People use it very often, usually to explain that you can't have some two things both. The number of people that use it is much larger than the number of people who can explain it though, I found.

When I asked people for an explanation, they usually wouldn't get any further than 'Well, you know, it's obvious, you can't have your cake and eat it too'. To which I would respond: 'Why would you want to have cake at all if not for eating it?!'. I had by now even come up with a rather complicated explanation, based on a Dutch saying which says you have to 'choose or distribute', which was always explained to me based on cake: to guarantee a fair distribution one person has to cut the cake, and the other person gets to pick the first piece. Surely, having your cake and eating it too must be like wanting to choose and distribute, or so I thought.

But then a few weeks ago my former roommate solved this conundrum for me: "You have to look at it as a logical problem. Once you have eaten your cake, you don't have it any more, so you can't eat your cake and still have it". To which I said: "THANK YOU!" The highly intelligent born English-speakers who read this blog will probably shrug their shoulders, but for me this was a major breakthrough. 

Friday, February 26, 2010

Olympisch kampioen

Mijn leven staat al anderhalve week in het teken van de Olympische Spelen, zoals de meeste van jullie wel weten, en dan vooral het schaatsen. Maar vandaag, op de dag dat de Nederlandse schaatsheren en -dames falen in de ploegenachtervolging, wint Nicolien Sauerbreij goud bij de snowboard slalom. Wie? O ja, die. Ik interviewde haar in 2005 voor de website van de UvA master journalistiek met het volgende stukje als resultaat. Hoewel mijn journalistieke verleden inmiddels ver weg lijkt vind ik het toch wel erg leuk dat ik met terugwerkende kracht een olympisch kampioen heb geinterviewd. 

De enige Amsterdamse deze winter op de Olympische Spelen is de snowboardster Nicolien Sauerbreij. Ze krijgt in februari in Turijn de kans zich te revancheren voor haar teleurstellende olympische debuut in Salt Lake City in 2002. Een saboterende waxbeurt zoals toen, zal haar niet meer overkomen. Tegenwoordig heeft ze haar eigen materiaalman.
    

Whooosh. In een wolk van sneeuw komt snowboardster Nicolien Sauerbreij (26) tot stilstand. Blonde haren springen onder haar rode helm uit. Stralende blauwe ogen in een nadenkend gezicht. Nee, perfect ging het nog niet. Ze maakt haar snowboard los van haar schoenen. Met voorzichtige stappen loopt ze naar vader en trainer Maarten Sauerbreij. Ze overleggen met drukke handgebaren. Dan stapt ze in de stoeltjeslift van de skihal in Landgraaf , haar snowboard in haar handen, om weer naar boven te gaan voor een volgende afdaling.

Nog een keer proberen. Net zo lang totdat het goed gaat. Dat doet Sauerbreij eigenlijk al haar hele leven. In haar kindertijd was het windsurfen, karate, judo, wielrennen en snowboarden tegelijk. Nadat ze op haar veertiende meedeed aan een het jeugdwereldkampioenschap snowboarden, moest ze kiezen. Het werd snowboarden. Een vreemde keuze voor een meisje uit het vlakke Nederland? Ze houdt juist wel van het pionierswerk: “ik heb zo geen twintig man die in mijn nek staan te hijgen.”

Pionieren en aanleg voor sport heeft Sauerbreij van haar vader. Maarten Sauerbreij voetbalde als kind op straat in Amsterdam-Oost. Ook deed hij aan hardlopen, boksen, judo en wielrennen. In de jaren tachtig stond hij als één van de eerste in de wereld op een zelfgemaakt snowboard op de skipiste. Als dochters Nicolien en Marieke snowboarden leuk vinden en goed kunnen, stelt hij zijn leven in dienst van hun sportieve carrière.

In 1993 wordt hun huis in het plaatsje De Hoef, even buiten Amsterdam, verkocht. ‘s Zomers werkt Maarten Sauerbreij bij de afdeling tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en woont het gezin in de garage van het oude huis. ’s Winters gaat hij met zijn dochters in een camper de internationale snowboardwedstrijden langs. Vader Sauerbreij trainde zijn dochters onbetaald, moeder Yvonne nam de rol van manager op zich.   

“Nu is het mijn baan. Vroeger had ik toch een vakantiegevoel”, zegt Nicoline Sauerbreij. “Ik besefte niet eens dat ik internationale wedstrijden deed. Gewoon een week trainen en dan in het weekend een wedstrijdje.” Enige weemoed klinkt door in haar stem, maar Sauerbreij noemt het “onvermijdelijk” dat haar sport geen vakantie meer is.

Nu reizen een fysiotherapeut en sinds dit seizoen ook een materiaalman mee. De camper is te klein geworden om alle snowboards (“zeker vijftien stuks”), schoenen en kleding te vervoeren. Sauerbreij gaat met haar eigen auto. Vader Sauerbeij is tegenwoordig als trainer in dienst bij de skibond. Nicolien Sauerbreij wordt onder meer gesponsord door een geneesmiddelenfabrikant en een verzekeringsmaatschappij. Ook krijgt ze geld van de NOC-NSF. Bij wedstrijden in Europa komt haar moeder af en toe nog koken voor het team. “Zodat we eens fatsoenlijk kunnen eten”, zegt Sauerbreij lachend.

Vorige week deed het internationale snowboardcircuit het Limburgse Landgraaf aan voor de eerste wereldbekerwedstrijd van het seizoen. De mannen en vrouwen gingen naar beneden van een indoorpiste van vijfhonderd meter lang en honderd meter hoog voor het onderdeel parallelslalom. Met zijn tweeën tegelijk, langs rode en blauwe vlaggen die niet meer dan vier meter uit elkaar staan. “Dat is het lastigste, je ziet elkaar continu. Bij de start worden spelletjes gespeeld. Iemand doet alsof ze ziek is. Je denkt dat je makkelijk kunt winnen en dan word je afgemaakt”, vertelt Sauerbreij.

In Landgraaf werd Sauerbreij teleurstellend eenentwintigste in een veld van zo’n veertig vrouwen. Bij de wereldbekerwedstrijd dit weekend moet dat anders. In het Oostenrijkse Sölden moet ze bij de eerste twintig eindigen om zich, met haar nominatie van het NOC-NSF op zak, te kwalificeren voor de Spelen. “Dat moet zó gaan”, Sauerbreij knipt met de vingers. “Maar je weet het nooit. Er zijn zoveel manieren waarop het mis kan gaan.”

In haar tienjarige carrière heeft Sauerbreij vaak ervaren dat het ook buiten de piste mis kan gaan. Tot vijf jaar geleden werd ze niet gesteund door de skibond. Ze had materiaalproblemen: het duurde lang voordat ze het perfecte snowboard had gevonden. Bij haar olympische debuut kreeg ze met sabotage te maken: een materiaalman van het Oostenrijkse team deed verkeerde wax onder haar snowboard. Ze werd slechts vierentwintigste, waar een top-tienklassering was verwacht. Een gebroken middenhandsbeentje verpestte een groot deel van het vorig seizoen.

“Dat zijn hindernissen die elke sporter meemaakt. Ik laat me er niet door afschrikken”, relativeert Sauerbreij. Ze kende ook successen: winst in een wereldbekerwedstrijd in Canada in 2002 en vorig seizoen nog vier overwinningen in Europese bekerwedstrijden. Dat deze successen bij het grote publiek minder bekend zijn dan haar afgang bij de Olympische Spelen in Salt Lake City wijt Sauerbreij aan het gedrag van de media: “ze vergeten zo verschrikkelijk snel wat je wel goed hebt gedaan, als het een keer minder gaat.” Dit geldt vooral voor Nederlandse sportjournalisten: “in andere landen blijven zelfs mensen die op doping zijn gepakt helden.”

Sauerbreij is optimistisch over het komend seizoen. “Van de zomer is helemaal niets mis gegaan. Ik voel me heel goed.” Ze wil op de Olympische Spelen in ieder geval bij de eerste zestien eindigen om in de finale te komen. Maar voor de Spelen geldt volgens Sauerbreij hetzelfde als voor elke snowboardwedstrijd: “de kans dat ik daar net iets kleins verkeerd doe, is groter dan dat het helemaal goed gaat”.

En als dat nu gebeurt, als ook haar tweede Spelen mislukken, gaat ze dan door? “Natuurlijk. Ik laat mijn carrière daar niet van afhangen. Ik zou pas stoppen als ik er geen plezier meer in heb.” Sauerbreij heeft waarschijnlijk nog een aantal jaren te gaan als snowboardster. In haar sport begint je carrière eigenlijk pas echt op je vijfentwintigste. Voor Sauerbreij is snowboarden echter niet zaligmakend. “Als een dokter mij morgen vertelt dat ik moet stoppen of anders mijn knieën voor altijd verpest, kap ik meteen. Je leven als sporter is kort en als het goed is komt daarna nog een heel lang leven.”

Bulgaars, Russisch, Frans en Duits klinkt in de gigantische, ijskoude hal in Landgraaf tijdens de training. Aanvankelijk was er scepsis in de snowboardwereld over een indoorwereldbekerwedstrijd in het platte Nederland. Maar na de derde editie heeft ‘Landgraaf’ in het snowboardcircuit een cultstatus gekregen. Sauerbreij: “iedereen heeft het er het hele seizoen over”. Net als de afgelopen twee jaar kwam een groepje Oostenrijkse experts naar Landgraaf om de piste te preparen. De vrolijke mannetjes van in de vijftig warmen zich tijdens de lunch op met rode wijn. Zelfs in beschonken toestand leveren ze fantastisch werk, volgens de snowboarders.

Inger Kuin


Amsterdams topsportbeleid

“Echt waar?” Sauerbreij is verbaasd dat ze in haar eentje de eer van de hoofdstad hoog moet houden in Turijn. En dat voor een stad die zich profileert als topsportstad. Toen Sauerbreij haar nominatie voor de Spelen binnenhaalde publiceerde de gemeente dit trots op de website. Het bericht meldde ook dat de Amsterdamse bobsleester Urta Rozenstruik aan de Olympsche Spelen deel zou nemen. Rozenstruik reist inderdaad af naar Turijn, maar als reserve voor de Nederlandse tweevrouwsbob.

Bij de publicatie van de topsportnota Koersen op resultaat in maart 2003 schrijft de gemeente op haar site: “Uiteindelijk doel van het topsportbeleid is dat Amsterdam Capital of Sports is en blijft.” Zo zette met dit doel voor ogen de gemeente alles op alles om het wereldkampioenschap roeien van 2009 naar de bosbaan in het Amsterdamse bos te halen. Voor zo’n negen miljoen euro, grotendeels door de gemeente betaald, werd de bosbaan verbreed. Sportwethouder Hester Maij reisde in 2003 naar het WK roeien in Milaan om te lobbyen. Het mocht niet baten. De Poolse stad Poznan zal in 2009 het WK organiseren.

Volgende week begint de evaluatie van de mislukte lobby voor het WK roeien, vertelt Coos van Meurs, hoofd van de afdeling Sport en Recreatie van de gemeente Amsterdam. “We gaan kijken voor welk jaar we het nu gaan proberen.”

In de nota Koersen op resultaat neemt de gemeente zich voor jaarlijks twee Europese- of Wereldkampioenschappen naar Amsterdam te halen. Van Meurs verzekert dat dit in 2004 gelukt is. “In ieder geval het EK turnen en nog iets, ik weet even niet wat.” ‘Nog iets’ was het WK squash.

Hoe komt het dat de Capital of Sports slechts één deelnemer naar de aanstaande Olympische Spelen afvaardigt? “De Jaap-Edenbaan is een recreatieve ijsbaan en geen accommodatie voor toptraining en sporters gaan toch daar wonen waar ze goed kunnen trainen”, verklaart Van Meurs het gebrek aan Amsterdamse topwintersporters. Succesvolle Amsterdamse zomerolympiërs zijn er wel: atletes Fanny Blankers-Koen en Ellen van Langen bijvoorbeeld en, recenter, zwemster Marleen Veldhuis. Wellicht zal Nicolien Sauerbreij de balans veranderen.

Saturday, January 16, 2010

Suikerspin


Met zes graden, een blauwe lucht en een felle winterzon was het een heerlijke dag hier in NY. Ik ben naar Battery Park (het zuidelijkste puntje van Manhattan) gegaan om te lezen en te kijken hoe toeristen foto's maken van het Vrijheidsbeeld, skateboarders net niet hun nek breken en yuppige Manhattanites pronken met hun zware en dure stadsfietsen in Amsterdamse stijl.

Ik heb een foto gemaakt van de suikerspinverkopers, omdat ik het een mooi gezicht vond, maar ook omdat ik het Engelse woord voor suikerspin zo leuk vind: katoen snoep (cotton candy). Het zoete, kleverige spul is natuurlijk niet genoemd naar je katoenen t-shirt, maar naar echte katoen, de wollige katoenbolletjes die aan de katoenplant groeien. Deze planten groeien niet in Europa (wel in de VS) en ik heb nog nooit ruwe katoen in het echt gezien of aangeraakt. Maar ik denk dat het gemiddelde Amerikaanse stadskind ook een stuk vertrouwder is met de snoep variant dan met echte katoen.

Ik dacht altijd dat het Nederlandse woord voor suikerspin was afgeleid van het insect, omdat het snoep lijkt op spinrag en net zo plakkerig is. Gelukkig checkte ik wikipedia even alvorens dit stukje te schrijven en dit blijkt niet de reden te zijn voor de naam suikerspin! Blijkbaar, en aangezien het op wikipedia staat moet het natuurlijk wel waar zijn, is de suikerspin niet genoemd naar het spinnenweb, maar naar het proces waarmee deze gemaakt wordt. Een dichte schaal met daarin gesmolten suiker draait heel hard rondjes, waardoor de suiker door kleine gaatjes naar buiten wordt geduwd en tot dunne draden wordt 'gesponnen' (ik vraag me ook ineens af of een spin naar de activiteit spinnen is genoemd, of andersom, wat een problemen!). Ik vind de spinnenweb-etymologie een stuk leuker trouwens, het gaf de sowieso al vreemde structuur van de suikerspin nog een soort griezelige lading.



Verder nog mijn Vrijheidsbeeldfoto en een foto van een luidruchtige zeemeeuw, die er verdacht veel uitziet als een vredige duif. 

Sugar Spider


With six degrees celsius, a blue sky and a fierce winter sun it was a very nice day today up here. I went down to Battery Park to read, and to look at tourists taking pictures of the Statue of Liberty, skateboarders almost breaking their necks, and yuppie Manhattanites showing off their heavy and expensive Amsterdam-style city bikes. 

I took a picture of the cotton candy vendors because it was a pretty sight, but also because I like the word: the sweet, sticky stuff is not named after your cotton t-shirt, obviously, but after the real thing, the woolly cotton-balls that grow on the cotton-plant. These plants don't grow in Europe (they do in the US), and I have never seen or touched raw cotton myself. I think though, that the average American (sub)urban child is also more familiar with the candy than with the real thing.

In Dutch cotton candy is called 'sugar spider', which I always thought was because the candy looks and feels like a spider web, and is just as sticky. Luckily I checked wikipedia before writing this piece, and I was proved wrong. Apparently, and since it is on wikipedia it must be true, the candy was not named after the spider web, but after the process by which it is made. A bowl with sugar is spun at high speed, and because of the centrifugal force the sugar is pressed through small holes, 'spun' (as in spinning wool) into sticky strands, and then put on a stick or into a bag. The verb 'to spin', in its latter meaning, is the same in Dutch as in English, but also the same as the Dutch word for spider, 'spin', hence the confusion (now I wonder whether the activity of spinning was named after the insect or the other way around, what a conundrum!). I like the spider web-etymology a lot better though, it always gave the already strange texture of the candy an added allure of scariness.

I also include my own Statue of Liberty picture, and a picture of a loud sea-gull that looks deceivingly much like a quiet dove.



Saturday, January 2, 2010

New years resolutions

Happy 2010! My new years resolutions are 1. write more pieces for this blog, 2. more running, biking, swimming and learn to play squash, 3. finally have lunch/drinks/dinner with friends I haven't seen for much too long. You can audit the fulfillment of my first resolutions, for the others I'm on my own. If you want to pressure yourself into living up to your own resolutions by throwing them onto the www, please do so in the comments section below.

I celebrated Christmas with my family in the Netherlands with amazing food, lots of 'gezelligheid' and a tree with real candles. Getting there and back was not easy. I flew from Newark to Schiphol with a layover in London in the snow disaster weekend of December 19. I got very lucky with only a five hour delay (friends who also tried to get across the pond faced delays of up to three days), but I do hope I will never again have to experience taking off in a snowstorm after there were three blackouts in the cabin while we were still on the ground.

On the way back I was subjected to the heightened security regime following the failed attack over Detroit on Christmas Day: pat downs for everyone, all carry-on luggage searched, and flight tracker switched off on board (for some whiny passengers the latter was the worst of all). Another consequence of the attack: the Dutch home security minister on CNN, a novel sight.

NY new years eve lacked fireworks on the sidewalks and the Dutch greasy treat 'oliebollen', but made up for it with confetti, party hats, noisemakers and plenty of champagne. Even though I missed my friends and family who were partying in the Netherlands, I definitely enjoyed the absence of small but dangerous and noisy fireworks in the hands of rowdy 14-year olds. All right, I will be back soon, promise, and I hope that 2010 will be a great year with lots of Dutch speed skating gold in Vancouver, a sunny and baby-rich Spring, and a beautiful summer!