De tv is minstens 50 jaar oud en heeft maar e e n kanaal. Een kleerhanger dient als antenne. De barman ijsbeert nerveus op en neer. Hij kan het niet aan om naar de tv te kijken, maar vraagt elke vijf minuten met gekruiste vingers hoe het er voor staat.
Even na tienen voorspellen de pollsters dat Ohio naar Obama gaat, waarmee hij een stevige voorsprong neemt op McCain. Mijn geliefde wordt overmoedig. "It's over now!" Ik klop het af op de bar. "It ain't over 'til it's over", zegt de serveerster. Michael en Michael, een homokoppel dat in de buurt woont en aan het eind van de bar zit, kunnen het ook nog niet geloven. "Ssjt, je brengt ongeluk!", zegt de kleinste Michael.
Na een uur staren naar cijfertjes, kaarten en statistieken wordt ineens een juichende menigte in Chicago in beeld gebracht. "Wat is er gebeurd? Waarom juichen ze?", vraagt de grote Michael.
"President Elect" verschijnt in beeld. California is ook aan Obama toebedeeld en dat betekent dat het gedaan is. Het kost me een minuut om mezelf er van te overtuigen dat het echt waar is en dan is er blijdschap: tien keer Sinterklaas, twaalf verjaardagen, vijf goede rapporten bij elkaar opgeteld en dat tot de vijfde macht.
"God bless America!", juicht de barman. Hij springt eerst op en neer, omhelst dan een voor een alle vrouwen in de bar en geeft de mannen een hand. Iedereen wordt gratis bijgeschonken. "Niet aan mijn baas vertellen hoor!", zegt hij. Iemand deelt buttons uit met een foto van Obama en "Victory" er op. Toch goed dat hij zijn bijgeloof kon overwinnen om die buttons deze week of misschien al een maand geleden ergens te laten maken.
Op tv zien we Oprah, haar ogen nog groter dan normaal, en Jesse Jackson, die niet kan ophouden met huilen. Tijdens McCain's speech wordt het heel stil. Hier wordt Geschiedenis geschreven. En als Obama in beeld komt krijg ik een lach op mijn gezicht die ik eigenlijk, een dag later, nog steeds maar moeilijk kan onderdrukken.
Op straat toeteren de auto's. Voorbijgangers schreeuwen en juichen naar elkaar. Union Square staat helemaal vol. We scanderen afwisselend "Yes we can!" en "O-BA-MA". Een paar jongens klimmen in de lantaarnpalen, maar de politie is er snel bij om ze er uit te halen. We willen de L-trein nemen naar Brooklyn, maar ik pas er met mijn fiets echt niet meer bij. Vanavond maakt het niet uit. Ik fiets over Broadway naar de Williamsburg-brug en de lichtjes van de skyline zijn nog mooier dan normaal.
Eenmaal in Williamsburg loop ik vast in het kloppende hart van mijn oude buurt, North 7th Street en Bedford Avenue. Honderden mensen dansen in de straat bij het geluid van Afrikaanse trommels. Een stevige batterij politie is aangerukt, maar de agenten blijven op een afstandje staan kijken. Ik merk dat ik honger heb en rijd om de feestende massa heen voor een punt pizza. Lauw, druipend van het vet, kaas, tomatensaus, slap deeg en anders niks - nooit smaakte dit essentiele onderdeel van het Amerikaanse dieet me beter dan nu.
Vanochtend werk ik wakker met nog steeds dat euforische, verliefde gevoel. Toen ik weer over de brug fietste naar Manhattan betrapte ik mezelf er op verbaasd te zijn dat de stad er zo hetzelfde bij lag. Ik had minstens verwacht dat het Empire State Building was ingepakt in een foto van Obama, of zo. Gelukkig zongen de bouwvakkers op 59th Street de "Lambada". Dat heb ik ze echt nog nooit eerder horen doen. Change is here.